Vertaling van adjourn

Inhoud:

Engels
Nederlands
to close, to adjourn {ww.}
sluiten 
dichtgaan
zich sluiten
toevallen
toegroeien
toegaan

I adjourn
you adjourn
we adjourn

ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten

We heard the door close.
We hoorden de deur dichtgaan.
would you be so kind to close the window?
Wilt ge zo goed zijn het venster te sluiten?
to move, to actuate, to shift, to stir, to adjourn {ww.}
bewegen 
verroeren

I adjourn
you adjourn
we adjourn

ik beweeg
jij beweegt
wij bewegen
» meer vervoegingen van bewegen

Did you feel the earth move?
Voelde je de aarde bewegen?
Mario is so sick that he barely can move.
Mario is zo ziek dat hij zich nauwelijks nog kan bewegen.
to move, to shift, to stir, to adjourn {ww.}
bewegen 
zich verroeren
zich bewegen

I adjourn
you adjourn
we adjourn

ik beweeg
jij beweegt
wij bewegen
» meer vervoegingen van bewegen

Sadako wanted to say more, but her lips just didn't want to move anymore.
Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar lippen wouden niet meer bewegen.
to delay, to postpone, to adjourn, to defer, to procrastinate, to shelve, to put off {ww.}
uitstellen
verschuiven
verdagen
aanhouden 

I adjourn
you adjourn
we adjourn

ik stel uit
jij stelt uit
wij stellen uit
» meer vervoegingen van uitstellen

I will postpone my trip to Scotland until it is warmer.
Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.
to close, to shut, to adjourn {ww.}
sluiten 
toedoen
dichtmaken
dichtdoen

I adjourn
you adjourn
we adjourn

ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten

It is too late to shut the stable-door after the horse has bolted.
Het is te laat om de staldeur te sluiten als het paard inmiddels al is weggelopen.
The director of the school wants to close the canteen and create a new recreation room for the students.
De directeur van de school wil de kantine sluiten en een nieuwe recreatieruimte creëren voor de studenten.
to pause, to take a break, to take a rest, to adjourn {ww.}
pauzeren

I adjourn
you adjourn
we adjourn

ik pauzeer
jij pauzeert
wij pauzeren
» meer vervoegingen van pauzeren

to move, to transfer, to adjourn {ww.}
zich verplaatsen


Gerelateerd aan adjourn

close - move - actuate - shift - stir - delay - postpone - defer - procrastinate - shelve - put off - shut - pause - take a break - take a rest