Vertaling van fulfil

Inhoud:

Engels
Nederlands
to accomplish, to achieve, to keep, to observe, to perform, to exercise, to fulfil, to meet, to execute, to abide, to abide by {ww.}
voltrekken
vervullen
verrichten
uitvoeren 
naleven
nakomen

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik voltrek
jij voltrekt
wij voltrekken
» meer vervoegingen van voltrekken

to fulfil, to fulfill, to live up to, to satisfy {ww.}
voldoen
vervullen
beantwoorden

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik voldoe
jij voldoet
wij voldoen
» meer vervoegingen van voldoen

to fulfil, to fulfill, to live up to, to satisfy {ww.}
houden

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik houd
jij houdt
wij houden
» meer vervoegingen van houden

to accomplish, to action, to carry out, to carry through, to execute, to fulfil, to fulfill {ww.}
uitvreten
uitsteken
uithalen
uitspoken
uitrichten
sjouwen
uitvoeren

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik vreet uit
jij vreet uit
wij vreten uit
» meer vervoegingen van uitvreten

to accomplish, to action, to carry out, to carry through, to execute, to fulfil, to fulfill {ww.}
afleggen

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik leg af
jij legt af
wij leggen af
» meer vervoegingen van afleggen

to fill, to fulfil, to fulfill, to meet, to satisfy {ww.}
nakomen
inlossen

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik kom na
jij komt na
wij komen na
» meer vervoegingen van nakomen

to accomplish, to action, to carry out, to carry through, to execute, to fulfil, to fulfill {ww.}
kwijten

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik kwijt
jij kwijt
wij kwijten
» meer vervoegingen van kwijten

to accomplish, to action, to carry out, to carry through, to execute, to fulfil, to fulfill {ww.}
treffen
uitvoeren

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik tref
jij treft
wij treffen
» meer vervoegingen van treffen

to accomplish, to action, to carry out, to carry through, to execute, to fulfil, to fulfill {ww.}
doorvoeren

I fulfil
you fulfil
we fulfil

ik voer door
jij voert door
wij voeren door
» meer vervoegingen van doorvoeren



Gerelateerd aan fulfil

accomplish - achieve - keep - observe - perform - exercise - meet - execute - abide - abide by - fulfill - live up to - satisfy - action - carry outactualise - keep - work - accomplish - go