Vertaling van Jean

Inhoud:

Frans
Nederlands
Jean {eigenn.}
Johan
Johannes
Hans [m]
Jan
Jannes
Janus


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

J'aimerais parler à Jean.

Ik zou graag met John spreken.

Il a un fils du nom de Jean.

Hij heeft een zoon met de naam Johano.

Quand les deux filles dirent à Jean qu'elles avaient de l'affection pour lui, il eut le dilemme de choisir avec quelle fille il voulait être.

Toen de twee meisjes aan John hun gevoelens kenbaar maakten, wist hij niet met welk meisje hij moest meegaan.