Vertaling van jambe

Inhoud:

Frans
Nederlands
jambe [v] (la ~) {zn.}
been  [o]
poot [m]
onderbeen [o]
Le soldat fut blessé à la jambe.
De soldaat was gewond aan het been.
Sa jambe blessée se mit à saigner de nouveau.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Le soldat fut blessé à la jambe.

De soldaat was gewond aan het been.

Il eut un accident et se fractura la jambe.

Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.

Elle tomba à terre et se brisa la jambe gauche.

Ze viel naar beneden en brak haar linkerbeen.

Il a eu un accident et s’est cassé la jambe.

Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.

Sa jambe blessée se mit à saigner de nouveau.

Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.