Vertaling van journal

Inhoud:

Frans
Nederlands
journal [m] (le ~), quotidien [m] (le ~) {zn.}
dagblad [o]
gazette [v] (la ~), journal [m] (le ~) {zn.}
krant  [v]
nieuwsblad
courant  [v]
blad  [o]
Où est le journal ?
Waar is de krant?
Le garçon a un journal.
De jongen heeft een krant.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Où est le journal ?

Waar is de krant?

Ne jette pas ce journal.

Gooi dit tijdschrift niet weg.

Le garçon a un journal.

De jongen heeft een krant.

Chaque jour j'écris dans mon journal intime.

Ik schrijf dagelijks in mijn dagboek.

Avez-vous déjà lu le journal d'aujourd'hui ?

Heb je de krant van vandaag al gelezen?

Elle lit le journal chaque matin.

Ze leest elke morgen de krant.

Je n'ai pas encore compulsé le journal du jour.

Ik heb de krant van vandaag nog niet gelezen.

J'ai lu dans le journal qu'il avait été assassiné.

Ik las in de krant dat hij vermoord werd.

Je suis en train de lire le journal.

Ik ben de krant aan het lezen.

Avez-vous déjà écrit dans votre journal aujourd'hui ?

Heb je vandaag al in je dagboek geschreven?

Certaines personnes lisent le journal et regardent la télévision en même temps.

Sommige mensen lezen de krant en kijken tegelijk naar de televisie.

Me permettez-vous de jeter un coup d'oeil à votre journal ?

Mag ik uw krant even zien?

Peu importe combien vous êtes occupé, je pense que vous devriez au moins lire le journal.

Hoe druk je het ook hebt, ik vind dat je op z'n minst een krant zou moeten lezen.

L'article de journal décrivait l'accusé comme un coupable, bien qu'il avait été prouvé innocent.

Het nieuwsbericht beeldde de verdachtte als schuldig af, hoewel hij onschuldig bevonden was.


Gerelateerd aan journal

quotidien - gazette