Vertaling van touw

Inhoud:

Nederlands
Duits
koord [o], lijn [v], snoer [o], touw [o], koorde {zn.}
Seil [o] (das ~)
Strick [m] (der ~)
Strang [m] (der ~)
Schnur [v] (die ~)
Leine [v] (die ~)
Hij liet het touw los.
Er ließ das Seil los.
Ik liet het touw los.
Ich ließ das Seil los.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik liet het touw los.

Ich ließ das Seil los.

Laat het touw niet los.

Lass das Seil nicht los.

Hij liet het touw los.

Er ließ das Seil los.

De twee kinderen trokken aan het touw tot het brak.

Die zwei Kinder zogen am Seil, bis es riss.


Gerelateerd aan touw

koord - lijn - snoer - koorde