Vertaling van bezorgd

Inhoud:

Nederlands
Engels
bezorgd, ongerust {bw.}
anxiously
nervously 
restlessly 
roughly 
turbulently
bezorgd, ongerust {bw.}
anxiously
bezorgd, ongerust {bw.}
anxiously
angstig, bezorgd, ongerust {bn.}
anxious 
apprehensive
solicitous
concerned
bekommerd, bezorgd, ongerust, zorgelijk {bn.}
anxious 
worried 
bang, beducht, bezorgd, ongerust {bn.}
anxious 
agitated
troubled 
restless 
uneasy
unquiet
unsettled
aandragen, bezorgen, brengen, aanbrengen {ww.}
to bring 
to fetch

ik heb bezorgd
jij hebt bezorgd
hij/zij/het heeft bezorgd

I have brought
you have brought
he/she/it has brought
» meer vervoegingen van to bring

Oorlogen brengen littekens.
Wars bring scars.
Ik zal nog een handdoek brengen.
I'll bring one more towel.
bezorgen {ww.}
to redact
to edit

ik heb bezorgd
jij hebt bezorgd
hij/zij/het heeft bezorgd

I have redacted
you have redacted
he/she/it has redacted
» meer vervoegingen van to redact

afleveren, bezorgen, leveren {ww.}
to deliver

ik heb bezorgd
jij hebt bezorgd
hij/zij/het heeft bezorgd

I have delivered
you have delivered
he/she/it has delivered
» meer vervoegingen van to deliver

bezorgen {ww.}
to supply
to ply
to provide
to cater

ik heb bezorgd
jij hebt bezorgd
hij/zij/het heeft bezorgd

I have supplied
you have supplied
he/she/it has supplied
» meer vervoegingen van to supply



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik ben bezorgd om haar veiligheid.

I am concerned for her safety.

Je moeder is bezorgd om je gezondheid.

Your mother is anxious about your health.

De mail kan niet worden bezorgd.

The mail can't be delivered.

Het spijt me dat ik je zoveel problemen heb bezorgd.

I'm sorry to have caused you so much trouble.

Hij is bezorgd dat hij misschien te laat komt.

He's worried that he might be late.

Ze was erg bezorgd om de gezondheid van haar man.

She was very worried about her husband's health.

Uw bericht kan niet worden bezorgd bij de volgende personen of distributielijsten.

Your message cannot be delivered to the following people or distribution lists.


Gerelateerd aan bezorgd

ongerust - angstig - bekommerd - zorgelijk - bang - beducht - aandragen - bezorgen - brengen - aanbrengen - afleveren - leverenklaarmaken - brengen - geven