Vertaling van gedogen
Inhoud:
Nederlands
Engels
gedogen, toelaten, toestaan, vergunnen, veroorloven {ww.}
wij gedogen
jullie gedogen
zij gedogen
we let
you let
they let
» meer vervoegingen van to let
dulden, gedogen, harden, velen, verduren, dragen, verdragen, incasseren {ww.}
to bear
to tolerate
to support
to suffer
to stomach
to stick out
to stand
to put up
to endure
to digest
to brook
to abide
to tolerate
to support
to suffer
to stomach
to stick out
to stand
to put up
to endure
to digest
to brook
to abide
wij gedogen
jullie gedogen
zij gedogen
we bear
you bear
they bear
» meer vervoegingen van to bear
Je onderzoek zal zeker vruchten dragen.
Your research will surely bear fruit.