Vertaling van nauw

Inhoud:

Nederlands
Engels
nauw {bw.}
narrowly 
nauw, nauwsluitend, stipt, streng, strikt {bn.}
tight 
close-fitting
strict 
stringent
kanaal [o], nauw, straat [v], zeestraat, zeeëngte {zn.}
channel 
straits
strait 
bekrompen, eng, krap, nauw, smal {bn.}
narrow 
eng, krap, nauw, benauwd {bn.}
close 
cramped
narrow 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Nederlands is nauw verwant aan Duits.

Dutch is closely related to German.

De gebeurtenissen waren nauw met elkaar verbonden.

The events were closely linked.


Gerelateerd aan nauw

nauwsluitend - stipt - streng - strikt - kanaal - straat - zeestraat - zeeëngte - bekrompen - eng - krap - smal - benauwd