Betekenis van:
co%C3%AFtus
coïtus
Zelfstandig naamwoord
- geslachtsgemeenschap
"In Nederland is het illegaal om coïtus te hebben met minderjarigen."
coïtus (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- paringsdaad; geslachtsgemeenschap; omgang met iemand; het paren; geslachtsgemeenschap; seks; coïtus; geslachtsgemeenschap; paring
"coïtus anticipatus"
"coïtus interruptus"
Synoniemen
- geslachtsgemeenschap
- gemeenschap
- geslachtsdaad
- liefdesdaad
- lijfsgemeenschap
- minnespel
- neukpartij
- nummertje
- wip
- wippertje
- bijslaap
- cohabitatie
- copulatie