Vertaling van blå

Inhoud:

Deens
Nederlands
blå {bn.}
blauw


Voorbeelden in zinsverband

Deens
Nederlands

Mine øjne er blå.

Mijn ogen zijn blauw.

Hun har blå øjne.

Ze heeft blauwe ogen.

Hvorfor er himmelen blå?

Waarom is de hemel blauw?

Himlen er blå.

De hemel is blauw.

Hans cykel er blå.

Zijn fiets is blauw.