Vertaling van ausschm��cken

Bedoelde je aussicht cken?

Sorry, er is geen exacte vertaling gevonden in het Duits - Nederlands woordenboek

Vergelijkbare woorden

Duits
Nederlands
besetzen, einfassen, garnieren, verzieren, ausstatten, versehen, schmücken, ausschmücken, zieren {ww.}
afzetten 
beslaan 
garneren
stofferen
uitmonsteren
dekorieren, verzieren, schmücken, ausschmücken, auszeichnen {ww.}
decoreren
onderscheiden
versieren 
Amplitude [v] (die ~), Ausschlagsweite, Schwingungsweite [v] (die ~) {zn.}
amplitude [v]
amplitudo
zähnen, auszahnen, zacken, auszacken, kämmen {ww.}
van tanden voorzien
Auszeichnung [v] (die ~), Dekoration [v] (die ~), Schmückung [v] (die ~), Ausschmückung [v] (die ~), Verzierung [v] (die ~), Bühnenausstattung [v] (die ~), Ausstattung [v] (die ~), Orden [m] (der ~) {zn.}
decor [o]
decoratie [v]
onderscheiding [v]
ridderorde [v]
versiering [v]
ausschweifend, liederlich, schwelgerisch, Luder-, Lotter- {bn.}
liederlijk
losbandig
zwijnachtig
Dekor [o] (das ~), Dekoration [v] (die ~), Ausschmückung [v] (die ~), Verzierung [v] (die ~), Bühnenausstattung [v] (die ~), Ausstattung [v] (die ~), Orden [m] (der ~) {zn.}
decor [o]
auseinanderhacken, zerhacken, zerhauen, kleinschlagen {ww.}
fijnhakken
Ausschreitung [v] (die ~), Exzeß [m] (der ~), Maßlosigkeit [v] (die ~), Übermaß [o] (das ~), Ausschweifung [v] (die ~) {zn.}
buitensporigheid [v]
exces [o]
overdaad [v]
uitspatting [v]
uitwas
Ausscheidung [v] (die ~), Absonderung [v] (die ~) {zn.}
uitscheiding [v]