Vertaling van dahinfließen

Inhoud:

Duits
Nederlands
fließen, rinnen, strömen, dahinfließen {ww.}
vloeien
stromen 
vlieten
lopen 

er/sie/es wird dahinfließen
sie werden dahinfließen
er/sie/es würde dahinfließen

hij/zij/het zal vloeien
zij zullen vloeien
hij/zij/het zou vloeien
» meer vervoegingen van vloeien

Fließen [o] (das ~), Dahinfließen {zn.}
vloeiing [v]


Gerelateerd aan dahinfließen

fließen - rinnen - strömen - Fließen - Dahinfließen