Vertaling van mast t

Inhoud:

Duits
Nederlands
dosieren, abmessen, zumessen {ww.}
doseren
afwegen

ihr maßt ab

jullie doseerden
» meer vervoegingen van doseren

anmaßen {ww.}
zich verhovaardigen
zich aanmatigen
aneignen, anmaßen, zueignen {ww.}
toeëigenen

du maßt dich an
er/sie/es maßt sich an
ihr maßt euch an

jij eigent toe
hij/zij/het eigent toe
jullie eigenen toe
» meer vervoegingen van toeëigenen

messen, abmessen, aufmessen {ww.}
uitmeten
roeien
opnemen 
opmeten
afmeten
meten

ihr maßt

jullie maten uit
» meer vervoegingen van uitmeten

anrechnen, beimessen, zuzählen {ww.}
rekenen tot
aanrekenen

ihr maßt bei

jullie rekenden aan
» meer vervoegingen van aanrekenen

beimessen, zuschreiben, zuteilen, übertragen, geben, zueignen, zurückführen {ww.}
toekennen
toeschrijven 
toedichten

ihr maßt bei

jullie kenden toe
» meer vervoegingen van toekennen