Vertaling van amener à

Inhoud:

Frans
Nederlands
amener à, faire avancer, pourchasser, poursuivre, pousser {ww.}
voortdrijven
aandrijven 
opjagen
drijven
amener {ww.}
voorleiden
brengen 
amener, apporter {ww.}
aanbrengen 
bezorgen 
brengen 
aandragen 
assembler, rassembler, amener, emmener {ww.}
meenemen
medebrengen
medenemen
vergaderen
meebrengen
afhalen
Vous pouvez emmener qui vous voulez.
Je mag wie je maar wilt meenemen.


Gerelateerd aan amener à

faire avancer - pourchasser - poursuivre - pousser - amener - apporter - assembler - rassembler - emmener