Vertaling van komt
jij komt
hij/zij/het komt
you come
he/she/it comes
» meer vervoegingen van to come
to get
to arrive
jij komt
hij/zij/het komt
you come
he/she/it comes
» meer vervoegingen van to come
jij komt
hij/zij/het komt
you raise
he/she/it raises
» meer vervoegingen van to raise
to gain
to acquire
jij komt
hij/zij/het komt
you win
he/she/it wins
» meer vervoegingen van to win
jij komt
hij/zij/het komt
you appear
he/she/it appears
» meer vervoegingen van to appear
jij komt
hij/zij/het komt
you dawn
he/she/it dawns
» meer vervoegingen van to dawn
to decide
to resolve
to adjudicate
jij komt
hij/zij/het komt
you settle
he/she/it settles
» meer vervoegingen van to settle
jij komt
hij/zij/het komt
you come
he/she/it comes
» meer vervoegingen van to come
jij komt
hij/zij/het komt
you touch
he/she/it touches
» meer vervoegingen van to touch
to get
to go
jij komt
hij/zij/het komt
you become
he/she/it becomes
» meer vervoegingen van to become
to develop
to grow
to originate
to rise
to spring up
to uprise
jij komt
hij/zij/het komt
you arise
he/she/it arises
» meer vervoegingen van to arise
to achieve
to attain
to reach
jij komt
hij/zij/het komt
you accomplish
he/she/it accomplishes
» meer vervoegingen van to accomplish
to cost
jij komt
hij/zij/het komt
you are
he/she/it is
» meer vervoegingen van to be
Voorbeelden in zinsverband
Hij komt snel.
He will come soon.
De lente komt.
Spring is coming.
Komt hij morgen?
Will he come tomorrow?
Jane komt uit Australië.
Jane comes from Australia.
De lente komt eraan.
It will be spring soon.
Hij komt uit Genua.
He comes from Genoa.
Hij komt zeker niet.
He's definitely not coming.
Hij komt ook niet.
He isn't coming, either.
Na regen komt zonneschijn.
After rain comes fair weather.
Hier komt de trein!
Here comes the train!
Hij komt uit Genève.
He comes from Geneva.
Komt u binnen!
Come in.
Alles komt in orde.
Everything's going to be okay.
Na zondag komt maandag.
After Sunday comes Monday.
Komaan, alles komt goed.
Come on, everything will be alright.