Vertaling van alweer

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
nogmaals, van voren af aan, weder, wederom, weer, alweer {bw.}
nogmaals
van voren af aan
weder
wederom
weer
alweer {bw.}
nogmaals, opnieuw, van voren af aan, wederom, weer, alweer, weder {bw.}
nogmaals
opnieuw
van voren af aan
wederom
weer
alweer
weder {bw.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

De zwaartekracht overwint alweer!

De zwaartekracht overwint alweer!

Mijn radio is alweer stuk.

Mijn radio is alweer stuk.

Hij is alweer zijn paraplu kwijt.

Hij is alweer zijn paraplu kwijt.

Waarom ben je alweer te laat?

Waarom ben je alweer te laat?

Jemig! M'n computer is alweer vastgelopen!

Jemig! M'n computer is alweer vastgelopen!

Hij kwam ook met alweer een andere twijfelachtige conclusie aanzetten.

Hij kwam ook met alweer een andere twijfelachtige conclusie aanzetten.


Gerelateerd aan alweer

nogmaals - van voren af aan - weder - wederom - weer - opnieuw