Vertaling van opnieuw

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
opnieuw, weer {bw.}
opnieuw
weer {bw.}
nogmaals, opnieuw, van voren af aan, wederom, weer, alweer, weder {bw.}
nogmaals
opnieuw
van voren af aan
wederom
weer
alweer
weder {bw.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Probeer opnieuw.

Probeer opnieuw.

Zeg dat opnieuw, alsjeblieft.

Zeg dat opnieuw, alsjeblieft.

Ik zal opnieuw proberen.

Ik zal opnieuw proberen.

Heeft hij opnieuw gefaald?

Heeft hij opnieuw gefaald?

Kan je dat opnieuw doen?

Kan je dat opnieuw doen?

Hij won de race opnieuw.

Hij won de race opnieuw.

Ga je het opnieuw doen?

Ga je het opnieuw doen?

Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.

Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.

Ik zou willen opnieuw jong zijn.

Ik zou willen opnieuw jong zijn.

We zullen nooit opnieuw verliefd worden.

We zullen nooit opnieuw verliefd worden.

Ik zou willen opnieuw jong zijn.

Ik zou willen opnieuw jong zijn.

Doe het opnieuw, net zoals eerder.

Doe het opnieuw, net zoals eerder.

Ik zou willen opnieuw jong zijn.

Ik zou willen opnieuw jong zijn.

Als de telefoon opnieuw gaat, wil ik hem negeren.

Als de telefoon opnieuw gaat, wil ik hem negeren.

Ik moet volgende week een examen opnieuw afleggen.

Ik moet volgende week een examen opnieuw afleggen.


Gerelateerd aan opnieuw

weer - nogmaals - van voren af aan - wederom - alweer - weder