Vertaling van politiek

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
politiek, staatkundig {bn.}
politiek
staatkundig {bn.}
politiek [v], beleid [o], staatkunde {zn.}
politiek [v]
beleid [o]
staatkunde {zn.}
Ik haat politiek
Ik haat politiek
Italianen praten zelden over politiek.
Italianen praten zelden over politiek.
politiek [v] (de ~), staatkunde [v] (de ~) {zn.}
politiek [v] (de ~)
staatkunde [v] (de ~) {zn.}
Mary is geïnteresseerd in politiek.
Mary is geïnteresseerd in politiek.
Hij verloor de belangstelling voor politiek.
Hij verloor de belangstelling voor politiek.
diplomatiek, diplomatisch, politiek {bn.}
diplomatiek
diplomatisch
politiek {bn.}
politiek {bn.}
politiek {bn.}
politiek [v] (de ~), beleid [o] (het ~) {zn.}
politiek [v] (de ~)
beleid [o] (het ~) {zn.}
Wat is de relatie tussen politiek en oorlog?
Wat is de relatie tussen politiek en oorlog?
politiek {zn.}
politiek {zn.}
politiek, tactiek [v] (de ~) {zn.}
politiek
tactiek [v] (de ~) {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ik haat politiek

Ik haat politiek

Italianen praten zelden over politiek.

Italianen praten zelden over politiek.

Mary is geïnteresseerd in politiek.

Mary is geïnteresseerd in politiek.

Hij verloor de belangstelling voor politiek.

Hij verloor de belangstelling voor politiek.

Wat is de relatie tussen politiek en oorlog?

Wat is de relatie tussen politiek en oorlog?

De jeugd in ons land heeft geen interesse in de politiek.

De jeugd in ons land heeft geen interesse in de politiek.

Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.

Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.


Gerelateerd aan politiek

staatkundig - beleid - staatkunde - diplomatiek - diplomatisch - tactieklichaam - bezigheid - kring - werkwijze