Vertaling van raap
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
raap {zn.}
raap {zn.}
aveelzaad, raap, raapzaad, knol {zn.}
aveelzaad
raap
raapzaad
knol {zn.}
raap
raapzaad
knol {zn.}
verzamelen, verenigen, vergaderen, opeenhopen, ophopen, accumuleren, paren, vergaren, samenbrengen, rapen, bijeenkrijgen, bijeengaren, bijeenbrengen {ww.}
verzamelen
verenigen
vergaderen
opeenhopen
ophopen
accumuleren
paren
vergaren
samenbrengen
rapen
bijeenkrijgen
bijeengaren
bijeenbrengen {ww.}
verenigen
vergaderen
opeenhopen
ophopen
accumuleren
paren
vergaren
samenbrengen
rapen
bijeenkrijgen
bijeengaren
bijeenbrengen {ww.}
ik accumuleer
jij accumuleert
hij/zij/het accumuleert
ik verzamel
jij verzamelt
hij/zij/het verzamelt
» meer vervoegingen van verzamelen
Laten we hier een keer per week vergaderen.
Laten we hier een keer per week vergaderen.
Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.
Hij heeft geprobeerd de verschillende groepen te verenigen.
verzamelen, oogsten, inzamelen, rapen, plukken, innen, collecteren {ww.}
verzamelen
oogsten
inzamelen
rapen
plukken
innen
collecteren {ww.}
oogsten
inzamelen
rapen
plukken
innen
collecteren {ww.}
ik collecteer
jij collecteert
hij/zij/het collecteert
ik verzamel
jij verzamelt
hij/zij/het verzamelt
» meer vervoegingen van verzamelen
We moeten geld inzamelen.
We moeten geld inzamelen.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
val, raap {zn.}
val
raap {zn.}
raap {zn.}
"Val!" riep hij toen hij haar herkende.
"Val!" riep hij toen hij haar herkende.
Val niet voor één van zijn oude truuks.
Val niet voor één van zijn oude truuks.
oppakken, rapen, oprapen {ww.}
oppakken
rapen
oprapen {ww.}
rapen
oprapen {ww.}
ik pak op
jij pakt op
hij/zij/het pakt op
ik pak op
jij pakt op
hij/zij/het pakt op
» meer vervoegingen van oppakken
Ik kan deze steen niet oppakken.
Ik kan deze steen niet oppakken.