Vertaling van stoven
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
stoven, smoren {ww.}
stoven
smoren {ww.}
smoren {ww.}
ik smoor
jij smoort
hij/zij/het smoort
ik stoof
jij stooft
hij/zij/het stooft
» meer vervoegingen van stoven
stoven, smoren {ww.}
stoven
smoren {ww.}
smoren {ww.}
ik smoor
jij smoort
hij/zij/het smoort
ik stoof
jij stooft
hij/zij/het stooft
» meer vervoegingen van stoven
stoven, smoren {ww.}
stoven
smoren {ww.}
smoren {ww.}
ik smoor
jij smoort
hij/zij/het smoort
ik stoof
jij stooft
hij/zij/het stooft
» meer vervoegingen van stoven
stoven {ww.}
stoven {ww.}
stuiven, verspuiten, opspatten {ww.}
stuiven
verspuiten
opspatten {ww.}
verspuiten
opspatten {ww.}
ik spatte op
jij spatte op
hij/zij/het spatte op
ik stoof
jij stoof
hij/zij/het stoof
» meer vervoegingen van stuiven
stuiven {ww.}
stuiven {ww.}
ik stoof
jij stoof
hij/zij/het stoof
ik stoof
jij stoof
hij/zij/het stoof
» meer vervoegingen van stuiven
stoof {zn.}
stoof {zn.}