Vertaling van werkwoord

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
werkwoord {zn.}
werkwoord {zn.}
Maak een Italiaans werkwoord met de letters.
Maak een Italiaans werkwoord met de letters.
Dit werkwoord gelijkt een beetje op "drinken".
Dit werkwoord gelijkt een beetje op "drinken".
werkwoord [o] (het ~), verbum [o] (het ~) {zn.}
werkwoord [o] (het ~)
verbum [o] (het ~) {zn.}
Dit werkwoord wordt gewoonlijk alleen gebruikt in de derde persoon.
Dit werkwoord wordt gewoonlijk alleen gebruikt in de derde persoon.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Maak een Italiaans werkwoord met de letters.

Maak een Italiaans werkwoord met de letters.

Dit werkwoord gelijkt een beetje op "drinken".

Dit werkwoord gelijkt een beetje op "drinken".

Dit werkwoord wordt gewoonlijk alleen gebruikt in de derde persoon.

Dit werkwoord wordt gewoonlijk alleen gebruikt in de derde persoon.


Gerelateerd aan werkwoord

verbumwoord