Vertaling van infla����o

Bedoelde je inalar o?

Sorry, er is geen exacte vertaling gevonden in het Portugees - Nederlands woordenboek

Vergelijkbare woorden

Portugees
Nederlands
acirrar, aguçar, atiçar, estimular, excitar, inflamar {ww.}
aanwakkeren
opwinden
prikkelen
verhitten
werken op
excitar-se, inflamar-se {ww.}
opgewonden raken
zich opwinden
combustível, inflamável {bn.}
brandbaar
inflamação {zn.}
ontsteking  [v]
combustível, inflamável {bn.}
brandbaar
inflamação do encéfalo {zn.}
hersenontsteking [v]
inflação {zn.}
inflatie [v]
garganta dolorida [v] (a ~), inflamação de garganta [v] (a ~) {zn.}
keelpijn