Vervoeging van aandienen
Onbepaalde wijs (infinitief): aandienen
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dien aan
- jij dient aan
- hij/zij/het dient aan
- wij dienen aan
- jullie dienen aan
- zij dienen aan
Präsens Indikativ
- ich melde an
- du meldest an
- er/sie/es meldet an
- wir melden an
- ihr meldet an
- sie melden an
Onvoltooid verleden tijd
- ik diende aan
- jij diende aan
- hij/zij/het diende aan
- wij dienden aan
- jullie dienden aan
- zij dienden aan
Präteritum Indikativ
- ich meldete an
- du meldetest an
- er/sie/es meldete an
- wir meldeten an
- ihr meldetet an
- sie meldeten an
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangediend
- jij hebt aangediend
- hij/zij/het heeft aangediend
- wij hebben aangediend
- jullie hebben aangediend
- zij hebben aangediend
Perfekt Indikativ
- ich habe angemeldet
- du hast angemeldet
- er/sie/es hat angemeldet
- wir haben angemeldet
- ihr habt angemeldet
- sie haben angemeldet
Voltooid verleden tijd
- ik had aangediend
- jij had aangediend
- hij/zij/het had aangediend
- wij hadden aangediend
- jullie hadden aangediend
- zij hadden aangediend
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte angemeldet
- du hattest angemeldet
- er/sie/es hatte angemeldet
- wir hatten angemeldet
- ihr hattet angemeldet
- sie hatten angemeldet
Toekomende tijd I
- ik zal aandienen
- jij zult aandienen
- hij/zij/het zal aandienen
- wij zullen aandienen
- jullie zullen aandienen
- zij zullen aandienen
Futur I Indikativ
- ich werde anmelden
- du wirst anmelden
- er/sie/es wird anmelden
- wir werden anmelden
- ihr werdet anmelden
- sie werden anmelden
Toekomende tijd II
- ik zal aangediend hebben
- jij zult aangediend hebben
- hij/zij/het zal aangediend hebben
- wij zullen aangediend hebben
- jullie zullen aangediend hebben
- zij zullen aangediend hebben
Futur II Indikativ
- ich werde angemeldet haben
- du wirst angemeldet haben
- er/sie/es wird angemeldet haben
- wir werden angemeldet haben
- ihr werdet angemeldet haben
- sie werden angemeldet haben
Conditionalis I
- ik zou aandienen
- jij zou aandienen
- hij/zij/het zou aandienen
- wij zouden aandienen
- jullie zouden aandienen
- zij zouden aandienen
Futur I Konjunktiv II
- ich würde anmelden
- du würdest anmelden
- er/sie/es würde anmelden
- wir würden anmelden
- ihr würdet anmelden
- sie würden anmelden
Conditionalis II
- ik zou hebben aangediend
- jij zou hebben aangediend
- hij/zij/het zou hebben aangediend
- wij zouden hebben aangediend
- jullie zouden hebben aangediend
- zij zouden hebben aangediend
Futur II Konjunktiv II
- ich würde angemeldet haben
- du würdest angemeldet haben
- er/sie/es würde angemeldet haben
- wir würden angemeldet haben
- ihr würdet angemeldet haben
- sie würden angemeldet haben
Imperatief
- jij dien aan
- jullie dient aan
Imperativ
- du melde an
- ihr meldet an