Vervoeging van absorb
Onbepaalde wijs (infinitief): to absorb
Engels
Nederlands
Present
- I absorb
- you absorb
- he/she/it absorbs
- we absorb
- you absorb
- they absorb
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verwerk
- jij verwerkt
- hij/zij/het verwerkt
- wij verwerken
- jullie verwerken
- zij verwerken
Simple past
- I absorbed
- you absorbed
- he/she/it absorbed
- we absorbed
- you absorbed
- they absorbed
Onvoltooid verleden tijd
- ik verwerkte
- jij verwerkte
- hij/zij/het verwerkte
- wij verwerkten
- jullie verwerkten
- zij verwerkten
Present perfect
- I have absorbed
- you have absorbed
- he/she/it has absorbed
- we have absorbed
- you have absorbed
- they have absorbed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verwerkt
- jij hebt verwerkt
- hij/zij/het heeft verwerkt
- wij hebben verwerkt
- jullie hebben verwerkt
- zij hebben verwerkt
Past perfect
- I had absorbed
- you had absorbed
- he/she/it had absorbed
- we had absorbed
- you had absorbed
- they had absorbed
Voltooid verleden tijd
- ik had verwerkt
- jij had verwerkt
- hij/zij/het had verwerkt
- wij hadden verwerkt
- jullie hadden verwerkt
- zij hadden verwerkt
Future
- I will absorb
- you will absorb
- he/she/it will absorb
- we will absorb
- you will absorb
- they will absorb
Toekomende tijd I
- ik zal verwerken
- jij zult verwerken
- hij/zij/het zal verwerken
- wij zullen verwerken
- jullie zullen verwerken
- zij zullen verwerken
Future perfect
- I will have absorbed
- you will have absorbed
- he/she/it will have absorbed
- we will have absorbed
- you will have absorbed
- they will have absorbed
Toekomende tijd II
- ik zal verwerkt hebben
- jij zult verwerkt hebben
- hij/zij/het zal verwerkt hebben
- wij zullen verwerkt hebben
- jullie zullen verwerkt hebben
- zij zullen verwerkt hebben
Conditional present
- I would absorb
- you would absorb
- he/she/it would absorb
- we would absorb
- you would absorb
- they would absorb
Conditionalis I
- ik zou verwerken
- jij zou verwerken
- hij/zij/het zou verwerken
- wij zouden verwerken
- jullie zouden verwerken
- zij zouden verwerken
Conditional perfect
- I would have absorbed
- you would have absorbed
- he/she/it would have absorbed
- we would have absorbed
- you would have absorbed
- they would have absorbed
Conditionalis II
- ik zou hebben verwerkt
- jij zou hebben verwerkt
- hij/zij/het zou hebben verwerkt
- wij zouden hebben verwerkt
- jullie zouden hebben verwerkt
- zij zouden hebben verwerkt
Imperative
- you absorb
- you absorb
Imperatief
- jij verwerk
- jullie verwerkt