Vervoeging van behangen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik behang
  • jij behangt
  • hij/zij/het behangt
  • wij behangen
  • jullie behangen
  • zij behangen

Present

  • I cover
  • you cover
  • he/she/it covers
  • we cover
  • you cover
  • they cover

Onvoltooid verleden tijd

  • ik behing
  • jij behing
  • hij/zij/het behing
  • wij behingen
  • jullie behingen
  • zij behingen

Simple past

  • I covered
  • you covered
  • he/she/it covered
  • we covered
  • you covered
  • they covered

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb behangen
  • jij hebt behangen
  • hij/zij/het heeft behangen
  • wij hebben behangen
  • jullie hebben behangen
  • zij hebben behangen

Present perfect

  • I have covered
  • you have covered
  • he/she/it has covered
  • we have covered
  • you have covered
  • they have covered

Voltooid verleden tijd

  • ik had behangen
  • jij had behangen
  • hij/zij/het had behangen
  • wij hadden behangen
  • jullie hadden behangen
  • zij hadden behangen

Past perfect

  • I had covered
  • you had covered
  • he/she/it had covered
  • we had covered
  • you had covered
  • they had covered

Toekomende tijd I

  • ik zal behangen
  • jij zult behangen
  • hij/zij/het zal behangen
  • wij zullen behangen
  • jullie zullen behangen
  • zij zullen behangen

Future

  • I will cover
  • you will cover
  • he/she/it will cover
  • we will cover
  • you will cover
  • they will cover

Toekomende tijd II

  • ik zal behangen hebben
  • jij zult behangen hebben
  • hij/zij/het zal behangen hebben
  • wij zullen behangen hebben
  • jullie zullen behangen hebben
  • zij zullen behangen hebben

Future perfect

  • I will have covered
  • you will have covered
  • he/she/it will have covered
  • we will have covered
  • you will have covered
  • they will have covered

Conditionalis I

  • ik zou behangen
  • jij zou behangen
  • hij/zij/het zou behangen
  • wij zouden behangen
  • jullie zouden behangen
  • zij zouden behangen

Conditional present

  • I would cover
  • you would cover
  • he/she/it would cover
  • we would cover
  • you would cover
  • they would cover

Conditionalis II

  • ik zou hebben behangen
  • jij zou hebben behangen
  • hij/zij/het zou hebben behangen
  • wij zouden hebben behangen
  • jullie zouden hebben behangen
  • zij zouden hebben behangen

Conditional perfect

  • I would have covered
  • you would have covered
  • he/she/it would have covered
  • we would have covered
  • you would have covered
  • they would have covered

Imperatief

  • jij behang
  • jullie behangt

Imperative

  • you cover
  • you cover

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van behangen