Vervoeging van bekopen

Vertaling: to invite

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik bekoop
  • jij bekoopt
  • hij/zij/het bekoopt
  • wij bekopen
  • jullie bekopen
  • zij bekopen

Present

  • I invite
  • you invite
  • he/she/it invites
  • we invite
  • you invite
  • they invite

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bekocht
  • jij bekocht
  • hij/zij/het bekocht
  • wij bekochten
  • jullie bekochten
  • zij bekochten

Simple past

  • I invited
  • you invited
  • he/she/it invited
  • we invited
  • you invited
  • they invited

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb bekocht
  • jij hebt bekocht
  • hij/zij/het heeft bekocht
  • wij hebben bekocht
  • jullie hebben bekocht
  • zij hebben bekocht

Present perfect

  • I have invited
  • you have invited
  • he/she/it has invited
  • we have invited
  • you have invited
  • they have invited

Voltooid verleden tijd

  • ik had bekocht
  • jij had bekocht
  • hij/zij/het had bekocht
  • wij hadden bekocht
  • jullie hadden bekocht
  • zij hadden bekocht

Past perfect

  • I had invited
  • you had invited
  • he/she/it had invited
  • we had invited
  • you had invited
  • they had invited

Toekomende tijd I

  • ik zal bekopen
  • jij zult bekopen
  • hij/zij/het zal bekopen
  • wij zullen bekopen
  • jullie zullen bekopen
  • zij zullen bekopen

Future

  • I will invite
  • you will invite
  • he/she/it will invite
  • we will invite
  • you will invite
  • they will invite

Toekomende tijd II

  • ik zal bekocht hebben
  • jij zult bekocht hebben
  • hij/zij/het zal bekocht hebben
  • wij zullen bekocht hebben
  • jullie zullen bekocht hebben
  • zij zullen bekocht hebben

Future perfect

  • I will have invited
  • you will have invited
  • he/she/it will have invited
  • we will have invited
  • you will have invited
  • they will have invited

Conditionalis I

  • ik zou bekopen
  • jij zou bekopen
  • hij/zij/het zou bekopen
  • wij zouden bekopen
  • jullie zouden bekopen
  • zij zouden bekopen

Conditional present

  • I would invite
  • you would invite
  • he/she/it would invite
  • we would invite
  • you would invite
  • they would invite

Conditionalis II

  • ik zou hebben bekocht
  • jij zou hebben bekocht
  • hij/zij/het zou hebben bekocht
  • wij zouden hebben bekocht
  • jullie zouden hebben bekocht
  • zij zouden hebben bekocht

Conditional perfect

  • I would have invited
  • you would have invited
  • he/she/it would have invited
  • we would have invited
  • you would have invited
  • they would have invited

Imperatief

  • jij bekoop
  • jullie bekoopt

Imperative

  • you invite
  • you invite

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van bekopen