Vervoeging van bijeenzitten

Onbepaalde wijs (infinitief): bijeenzitten

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik zit bijeen
    • jij zit bijeen
    • hij/zij/het zit bijeen
    • wij zitten bijeen
    • jullie zitten bijeen
    • zij zitten bijeen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik zat bijeen
    • jij zat bijeen
    • hij/zij/het zat bijeen
    • wij zaten bijeen
    • jullie zaten bijeen
    • zij zaten bijeen
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb bijeengezeten
    • jij hebt bijeengezeten
    • hij/zij/het heeft bijeengezeten
    • wij hebben bijeengezeten
    • jullie hebben bijeengezeten
    • zij hebben bijeengezeten
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had bijeengezeten
    • jij had bijeengezeten
    • hij/zij/het had bijeengezeten
    • wij hadden bijeengezeten
    • jullie hadden bijeengezeten
    • zij hadden bijeengezeten
  • Toekomende tijd I

    • ik zal bijeenzitten
    • jij zult bijeenzitten
    • hij/zij/het zal bijeenzitten
    • wij zullen bijeenzitten
    • jullie zullen bijeenzitten
    • zij zullen bijeenzitten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal bijeengezeten hebben
    • jij zult bijeengezeten hebben
    • hij/zij/het zal bijeengezeten hebben
    • wij zullen bijeengezeten hebben
    • jullie zullen bijeengezeten hebben
    • zij zullen bijeengezeten hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou bijeenzitten
    • jij zou bijeenzitten
    • hij/zij/het zou bijeenzitten
    • wij zouden bijeenzitten
    • jullie zouden bijeenzitten
    • zij zouden bijeenzitten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben bijeengezeten
    • jij zou hebben bijeengezeten
    • hij/zij/het zou hebben bijeengezeten
    • wij zouden hebben bijeengezeten
    • jullie zouden hebben bijeengezeten
    • zij zouden hebben bijeengezeten
  • Imperatief

    • jij zit bijeen
    • jullie zit bijeen