Vervoeging van bijgeven

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik geef bij
    • jij geeft bij
    • hij/zij/het geeft bij
    • wij geven bij
    • jullie geven bij
    • zij geven bij
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik gaf bij
    • jij gaf bij
    • hij/zij/het gaf bij
    • wij gaven bij
    • jullie gaven bij
    • zij gaven bij
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb bijgegeven
    • jij hebt bijgegeven
    • hij/zij/het heeft bijgegeven
    • wij hebben bijgegeven
    • jullie hebben bijgegeven
    • zij hebben bijgegeven
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had bijgegeven
    • jij had bijgegeven
    • hij/zij/het had bijgegeven
    • wij hadden bijgegeven
    • jullie hadden bijgegeven
    • zij hadden bijgegeven
  • Toekomende tijd I

    • ik zal bijgeven
    • jij zult bijgeven
    • hij/zij/het zal bijgeven
    • wij zullen bijgeven
    • jullie zullen bijgeven
    • zij zullen bijgeven
  • Toekomende tijd II

    • ik zal bijgegeven hebben
    • jij zult bijgegeven hebben
    • hij/zij/het zal bijgegeven hebben
    • wij zullen bijgegeven hebben
    • jullie zullen bijgegeven hebben
    • zij zullen bijgegeven hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou bijgeven
    • jij zou bijgeven
    • hij/zij/het zou bijgeven
    • wij zouden bijgeven
    • jullie zouden bijgeven
    • zij zouden bijgeven
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben bijgegeven
    • jij zou hebben bijgegeven
    • hij/zij/het zou hebben bijgegeven
    • wij zouden hebben bijgegeven
    • jullie zouden hebben bijgegeven
    • zij zouden hebben bijgegeven
  • Imperatief

    • jij geef bij
    • jullie geeft bij