Vervoeging van binden

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik bind
  • jij bindt
  • hij/zij/het bindt
  • wij binden
  • jullie binden
  • zij binden

Indicativo presente

  • yo encuaderno
  • encuadernas
  • él/ella encuaderna
  • nosotros encuadernamos
  • vosotros encuadernáis
  • ellos/ellas encuadernan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bond
  • jij bond
  • hij/zij/het bond
  • wij bonden
  • jullie bonden
  • zij bonden

Indefinido

  • yo encuaderné
  • encuadernaste
  • él/ella encuadernó
  • nosotros encuadernamos
  • vosotros encuadernasteis
  • ellos/ellas encuadernaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gebonden
  • jij hebt gebonden
  • hij/zij/het heeft gebonden
  • wij hebben gebonden
  • jullie hebben gebonden
  • zij hebben gebonden

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he encuadernado
  • has encuadernado
  • él/ella ha encuadernado
  • nosotros hemos encuadernado
  • vosotros habéis encuadernado
  • ellos/ellas han encuadernado

Voltooid verleden tijd

  • ik had gebonden
  • jij had gebonden
  • hij/zij/het had gebonden
  • wij hadden gebonden
  • jullie hadden gebonden
  • zij hadden gebonden

Pluscuamperfecto

  • yo había encuadernado
  • habías encuadernado
  • él/ella había encuadernado
  • nosotros habíamos encuadernado
  • vosotros habíais encuadernado
  • ellos/ellas habían encuadernado

Toekomende tijd I

  • ik zal binden
  • jij zult binden
  • hij/zij/het zal binden
  • wij zullen binden
  • jullie zullen binden
  • zij zullen binden

Futuro I

  • yo encuadernaré
  • encuadernarás
  • él/ella encuadernará
  • nosotros encuadernaremos
  • vosotros encuadernaréis
  • ellos/ellas encuadernarán

Toekomende tijd II

  • ik zal gebonden hebben
  • jij zult gebonden hebben
  • hij/zij/het zal gebonden hebben
  • wij zullen gebonden hebben
  • jullie zullen gebonden hebben
  • zij zullen gebonden hebben

Futuro perfecto

  • yo habré encuadernado
  • habrás encuadernado
  • él/ella habrá encuadernado
  • nosotros habremos encuadernado
  • vosotros habréis encuadernado
  • ellos/ellas habrán encuadernado

Conditionalis I

  • ik zou binden
  • jij zou binden
  • hij/zij/het zou binden
  • wij zouden binden
  • jullie zouden binden
  • zij zouden binden

Condicional

  • yo encuadernaría
  • encuadernarías
  • él/ella encuadernaría
  • nosotros encuadernaríamos
  • vosotros encuadernaríais
  • ellos/ellas encuadernarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gebonden
  • jij zou hebben gebonden
  • hij/zij/het zou hebben gebonden
  • wij zouden hebben gebonden
  • jullie zouden hebben gebonden
  • zij zouden hebben gebonden

Condicional perfecto

  • yo habría encuadernado
  • habrías encuadernado
  • él/ella habría encuadernado
  • nosotros habríamos encuadernado
  • vosotros habríais encuadernado
  • ellos/ellas habrían encuadernado

Imperatief

  • jij bind
  • jullie bindt

Imperativo presente

  • encuaderna
  • vosotros encuadernad

Verwijzingen

Bekijk 4 definitie(s) van binden