Vervoeging van blanketten
Onbepaalde wijs (infinitief): blanketten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik blanket
- jij blanket
- hij/zij/het blanket
- wij blanketten
- jullie blanketten
- zij blanketten
Onvoltooid verleden tijd
- ik blankette
- jij blankette
- hij/zij/het blankette
- wij blanketten
- jullie blanketten
- zij blanketten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geblanket
- jij hebt geblanket
- hij/zij/het heeft geblanket
- wij hebben geblanket
- jullie hebben geblanket
- zij hebben geblanket
Voltooid verleden tijd
- ik had geblanket
- jij had geblanket
- hij/zij/het had geblanket
- wij hadden geblanket
- jullie hadden geblanket
- zij hadden geblanket
Toekomende tijd I
- ik zal blanketten
- jij zult blanketten
- hij/zij/het zal blanketten
- wij zullen blanketten
- jullie zullen blanketten
- zij zullen blanketten
Toekomende tijd II
- ik zal geblanket hebben
- jij zult geblanket hebben
- hij/zij/het zal geblanket hebben
- wij zullen geblanket hebben
- jullie zullen geblanket hebben
- zij zullen geblanket hebben
Conditionalis I
- ik zou blanketten
- jij zou blanketten
- hij/zij/het zou blanketten
- wij zouden blanketten
- jullie zouden blanketten
- zij zouden blanketten
Conditionalis II
- ik zou hebben geblanket
- jij zou hebben geblanket
- hij/zij/het zou hebben geblanket
- wij zouden hebben geblanket
- jullie zouden hebben geblanket
- zij zouden hebben geblanket
Imperatief
- jij blanket
- jullie blanket