Vervoeging van botten

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het bot
  • zij botten

Present

  • he/she/it pullulates
  • they pullulate

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het botte
  • zij botten

Simple past

  • he/she/it pullulated
  • they pullulated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het is gebot
  • zij zijn gebot

Present perfect

  • he/she/it has pullulated
  • they have pullulated

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het was gebot
  • zij waren gebot

Past perfect

  • he/she/it had pullulated
  • they had pullulated

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal botten
  • zij zult botten

Future

  • he/she/it will pullulate
  • they will pullulate

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal gebot zijn
  • zij zult gebot zijn

Future perfect

  • he/she/it will have pullulated
  • they will have pullulated

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal botten
  • zij zullen botten

Conditional present

  • he/she/it would pullulate
  • they would pullulate

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal zijn gebot
  • zij zullen zijn gebot

Conditional perfect

  • he/she/it would have pullulated
  • they would have pullulated