Vervoeging van dekken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dek
- jij dekt
- hij/zij/het dekt
- wij dekken
- jullie dekken
- zij dekken
Present
- I underwrite
- you underwrite
- he/she/it underwrites
- we underwrite
- you underwrite
- they underwrite
Onvoltooid verleden tijd
- ik dekte
- jij dekte
- hij/zij/het dekte
- wij dekten
- jullie dekten
- zij dekten
Simple past
- I underwrote
- you underwrote
- he/she/it underwrote
- we underwrote
- you underwrote
- they underwrote
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedekt
- jij hebt gedekt
- hij/zij/het heeft gedekt
- wij hebben gedekt
- jullie hebben gedekt
- zij hebben gedekt
Present perfect
- I have underwritten
- you have underwritten
- he/she/it has underwritten
- we have underwritten
- you have underwritten
- they have underwritten
Voltooid verleden tijd
- ik had gedekt
- jij had gedekt
- hij/zij/het had gedekt
- wij hadden gedekt
- jullie hadden gedekt
- zij hadden gedekt
Past perfect
- I had underwritten
- you had underwritten
- he/she/it had underwritten
- we had underwritten
- you had underwritten
- they had underwritten
Toekomende tijd I
- ik zal dekken
- jij zult dekken
- hij/zij/het zal dekken
- wij zullen dekken
- jullie zullen dekken
- zij zullen dekken
Future
- I will underwrite
- you will underwrite
- he/she/it will underwrite
- we will underwrite
- you will underwrite
- they will underwrite
Toekomende tijd II
- ik zal gedekt hebben
- jij zult gedekt hebben
- hij/zij/het zal gedekt hebben
- wij zullen gedekt hebben
- jullie zullen gedekt hebben
- zij zullen gedekt hebben
Future perfect
- I will have underwritten
- you will have underwritten
- he/she/it will have underwritten
- we will have underwritten
- you will have underwritten
- they will have underwritten
Conditionalis I
- ik zou dekken
- jij zou dekken
- hij/zij/het zou dekken
- wij zouden dekken
- jullie zouden dekken
- zij zouden dekken
Conditional present
- I would underwrite
- you would underwrite
- he/she/it would underwrite
- we would underwrite
- you would underwrite
- they would underwrite
Conditionalis II
- ik zou hebben gedekt
- jij zou hebben gedekt
- hij/zij/het zou hebben gedekt
- wij zouden hebben gedekt
- jullie zouden hebben gedekt
- zij zouden hebben gedekt
Conditional perfect
- I would have underwritten
- you would have underwritten
- he/she/it would have underwritten
- we would have underwritten
- you would have underwritten
- they would have underwritten
Imperatief
- jij dek
- jullie dekt
Imperative
- you underwrite
- you underwrite