Vervoeging van dineren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik dineer
  • jij dineert
  • hij/zij/het dineert
  • wij dineren
  • jullie dineren
  • zij dineren

Present

  • I dine
  • you dine
  • he/she/it dines
  • we dine
  • you dine
  • they dine

Onvoltooid verleden tijd

  • ik dineerde
  • jij dineerde
  • hij/zij/het dineerde
  • wij dineerden
  • jullie dineerden
  • zij dineerden

Simple past

  • I dined
  • you dined
  • he/she/it dined
  • we dined
  • you dined
  • they dined

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gedineerd
  • jij hebt gedineerd
  • hij/zij/het heeft gedineerd
  • wij hebben gedineerd
  • jullie hebben gedineerd
  • zij hebben gedineerd

Present perfect

  • I have dined
  • you have dined
  • he/she/it has dined
  • we have dined
  • you have dined
  • they have dined

Voltooid verleden tijd

  • ik had gedineerd
  • jij had gedineerd
  • hij/zij/het had gedineerd
  • wij hadden gedineerd
  • jullie hadden gedineerd
  • zij hadden gedineerd

Past perfect

  • I had dined
  • you had dined
  • he/she/it had dined
  • we had dined
  • you had dined
  • they had dined

Toekomende tijd I

  • ik zal dineren
  • jij zult dineren
  • hij/zij/het zal dineren
  • wij zullen dineren
  • jullie zullen dineren
  • zij zullen dineren

Future

  • I will dine
  • you will dine
  • he/she/it will dine
  • we will dine
  • you will dine
  • they will dine

Toekomende tijd II

  • ik zal gedineerd hebben
  • jij zult gedineerd hebben
  • hij/zij/het zal gedineerd hebben
  • wij zullen gedineerd hebben
  • jullie zullen gedineerd hebben
  • zij zullen gedineerd hebben

Future perfect

  • I will have dined
  • you will have dined
  • he/she/it will have dined
  • we will have dined
  • you will have dined
  • they will have dined

Conditionalis I

  • ik zou dineren
  • jij zou dineren
  • hij/zij/het zou dineren
  • wij zouden dineren
  • jullie zouden dineren
  • zij zouden dineren

Conditional present

  • I would dine
  • you would dine
  • he/she/it would dine
  • we would dine
  • you would dine
  • they would dine

Conditionalis II

  • ik zou hebben gedineerd
  • jij zou hebben gedineerd
  • hij/zij/het zou hebben gedineerd
  • wij zouden hebben gedineerd
  • jullie zouden hebben gedineerd
  • zij zouden hebben gedineerd

Conditional perfect

  • I would have dined
  • you would have dined
  • he/she/it would have dined
  • we would have dined
  • you would have dined
  • they would have dined

Imperatief

  • jij dineer
  • jullie dineert

Imperative

  • you dine
  • you dine

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van dineren