Vervoeging van doorkletsen

Onbepaalde wijs (infinitief): doorkletsen

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik klets door
    • jij kletst door
    • hij/zij/het kletst door
    • wij kletsen door
    • jullie kletsen door
    • zij kletsen door
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik kletste door
    • jij kletste door
    • hij/zij/het kletste door
    • wij kletsten door
    • jullie kletsten door
    • zij kletsten door
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb doorgekletst
    • jij hebt doorgekletst
    • hij/zij/het heeft doorgekletst
    • wij hebben doorgekletst
    • jullie hebben doorgekletst
    • zij hebben doorgekletst
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had doorgekletst
    • jij had doorgekletst
    • hij/zij/het had doorgekletst
    • wij hadden doorgekletst
    • jullie hadden doorgekletst
    • zij hadden doorgekletst
  • Toekomende tijd I

    • ik zal doorkletsen
    • jij zult doorkletsen
    • hij/zij/het zal doorkletsen
    • wij zullen doorkletsen
    • jullie zullen doorkletsen
    • zij zullen doorkletsen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal doorgekletst hebben
    • jij zult doorgekletst hebben
    • hij/zij/het zal doorgekletst hebben
    • wij zullen doorgekletst hebben
    • jullie zullen doorgekletst hebben
    • zij zullen doorgekletst hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou doorkletsen
    • jij zou doorkletsen
    • hij/zij/het zou doorkletsen
    • wij zouden doorkletsen
    • jullie zouden doorkletsen
    • zij zouden doorkletsen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben doorgekletst
    • jij zou hebben doorgekletst
    • hij/zij/het zou hebben doorgekletst
    • wij zouden hebben doorgekletst
    • jullie zouden hebben doorgekletst
    • zij zouden hebben doorgekletst
  • Imperatief

    • jij klets door
    • jullie kletst door