Vervoeging van doorroesten
Onbepaalde wijs (infinitief): doorroesten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het roest door
- zij roesten door
Present
- he/she/it rusts
- they rust
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het roestte door
- zij roestten door
Simple past
- he/she/it rusted
- they rusted
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is doorgeroest
- zij zijn doorgeroest
Present perfect
- he/she/it has rusted
- they have rusted
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was doorgeroest
- zij waren doorgeroest
Past perfect
- he/she/it had rusted
- they had rusted
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal doorroesten
- zij zult doorroesten
Future
- he/she/it will rust
- they will rust
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal doorgeroest zijn
- zij zult doorgeroest zijn
Future perfect
- he/she/it will have rusted
- they will have rusted
Conditionalis I
- hij/zij/het zal doorroesten
- zij zullen doorroesten
Conditional present
- he/she/it would rust
- they would rust
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn doorgeroest
- zij zullen zijn doorgeroest
Conditional perfect
- he/she/it would have rusted
- they would have rusted