Vervoeging van dorsen

Vertaling: trebbiare

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik dors
  • jij dorst
  • hij/zij/het dorst
  • wij dorsen
  • jullie dorsen
  • zij dorsen

Presente

  • io trebbio
  • tu trebbi
  • lui/lei/Lei trebbia
  • noi trebbiamo
  • voi/Voi trebbiate
  • loro/Loro trebbiano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik dorste
  • jij dorste
  • hij/zij/het dorste
  • wij dorsten
  • jullie dorsten
  • zij dorsten

Imperfetto

  • io trebbiavo
  • tu trebbiavi
  • lui/lei/Lei trebbiava
  • noi trebbiavamo
  • voi/Voi trebbiavate
  • loro/Loro trebbiavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gedorst
  • jij hebt gedorst
  • hij/zij/het heeft gedorst
  • wij hebben gedorst
  • jullie hebben gedorst
  • zij hebben gedorst

Passato prossimo

  • io ho trebbiato
  • tu hai trebbiato
  • lui/lei/Lei ha trebbiato
  • noi abbiamo trebbiato
  • voi/Voi avete trebbiato
  • loro/Loro hanno trebbiato

Voltooid verleden tijd

  • ik had gedorst
  • jij had gedorst
  • hij/zij/het had gedorst
  • wij hadden gedorst
  • jullie hadden gedorst
  • zij hadden gedorst

Trapassato prossimo

  • io avevo trebbiato
  • tu avevi trebbiato
  • lui/lei/Lei aveva trebbiato
  • noi avevamo trebbiato
  • voi/Voi avevate trebbiato
  • loro/Loro avevano trebbiato

Toekomende tijd I

  • ik zal dorsen
  • jij zult dorsen
  • hij/zij/het zal dorsen
  • wij zullen dorsen
  • jullie zullen dorsen
  • zij zullen dorsen

Futuro semplice

  • io trebbierò
  • tu trebbierai
  • lui/lei/Lei trebbierà
  • noi trebbieremo
  • voi/Voi trebbierete
  • loro/Loro trebbieranno

Toekomende tijd II

  • ik zal gedorst hebben
  • jij zult gedorst hebben
  • hij/zij/het zal gedorst hebben
  • wij zullen gedorst hebben
  • jullie zullen gedorst hebben
  • zij zullen gedorst hebben

Futuro anteriore

  • io avrò trebbiato
  • tu avrai trebbiato
  • lui/lei/Lei avrà trebbiato
  • noi avremo trebbiato
  • voi/Voi avrete trebbiato
  • loro/Loro avranno trebbiato

Conditionalis I

  • ik zou dorsen
  • jij zou dorsen
  • hij/zij/het zou dorsen
  • wij zouden dorsen
  • jullie zouden dorsen
  • zij zouden dorsen

Condizionale presente

  • io trebbierei
  • tu trebbieresti
  • lui/lei/Lei trebbierebbe
  • noi trebbieremmo
  • voi/Voi trebbiereste
  • loro/Loro trebbierebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben gedorst
  • jij zou hebben gedorst
  • hij/zij/het zou hebben gedorst
  • wij zouden hebben gedorst
  • jullie zouden hebben gedorst
  • zij zouden hebben gedorst

Condizionale passato

  • io avrei trebbiato
  • tu avresti trebbiato
  • lui/lei/Lei avrebbe trebbiato
  • noi avremmo trebbiato
  • voi/Voi avreste trebbiato
  • loro/Loro avrebbero trebbiato

Imperatief

  • jij dors
  • jullie dorst

Imperativo

  • tu trebbia
  • voi/Voi trebbiate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van dorsen