Vervoeging van engageren

Vertaling: enzarzar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik engageer
  • jij engageert
  • hij/zij/het engageert
  • wij engageren
  • jullie engageren
  • zij engageren

Indicativo presente

  • yo enzarzo
  • enzarzas
  • él/ella enzarza
  • nosotros enzarzamos
  • vosotros enzarzáis
  • ellos/ellas enzarzan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik engageerde
  • jij engageerde
  • hij/zij/het engageerde
  • wij engageerden
  • jullie engageerden
  • zij engageerden

Indefinido

  • yo enzarcé
  • enzarzaste
  • él/ella enzarzó
  • nosotros enzarzamos
  • vosotros enzarzasteis
  • ellos/ellas enzarzaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geëngageerd
  • jij hebt geëngageerd
  • hij/zij/het heeft geëngageerd
  • wij hebben geëngageerd
  • jullie hebben geëngageerd
  • zij hebben geëngageerd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he enzarzado
  • has enzarzado
  • él/ella ha enzarzado
  • nosotros hemos enzarzado
  • vosotros habéis enzarzado
  • ellos/ellas han enzarzado

Voltooid verleden tijd

  • ik had geëngageerd
  • jij had geëngageerd
  • hij/zij/het had geëngageerd
  • wij hadden geëngageerd
  • jullie hadden geëngageerd
  • zij hadden geëngageerd

Pluscuamperfecto

  • yo había enzarzado
  • habías enzarzado
  • él/ella había enzarzado
  • nosotros habíamos enzarzado
  • vosotros habíais enzarzado
  • ellos/ellas habían enzarzado

Toekomende tijd I

  • ik zal engageren
  • jij zult engageren
  • hij/zij/het zal engageren
  • wij zullen engageren
  • jullie zullen engageren
  • zij zullen engageren

Futuro I

  • yo enzarzaré
  • enzarzarás
  • él/ella enzarzará
  • nosotros enzarzaremos
  • vosotros enzarzaréis
  • ellos/ellas enzarzarán

Toekomende tijd II

  • ik zal geëngageerd hebben
  • jij zult geëngageerd hebben
  • hij/zij/het zal geëngageerd hebben
  • wij zullen geëngageerd hebben
  • jullie zullen geëngageerd hebben
  • zij zullen geëngageerd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré enzarzado
  • habrás enzarzado
  • él/ella habrá enzarzado
  • nosotros habremos enzarzado
  • vosotros habréis enzarzado
  • ellos/ellas habrán enzarzado

Conditionalis I

  • ik zou engageren
  • jij zou engageren
  • hij/zij/het zou engageren
  • wij zouden engageren
  • jullie zouden engageren
  • zij zouden engageren

Condicional

  • yo enzarzaría
  • enzarzarías
  • él/ella enzarzaría
  • nosotros enzarzaríamos
  • vosotros enzarzaríais
  • ellos/ellas enzarzarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben geëngageerd
  • jij zou hebben geëngageerd
  • hij/zij/het zou hebben geëngageerd
  • wij zouden hebben geëngageerd
  • jullie zouden hebben geëngageerd
  • zij zouden hebben geëngageerd

Condicional perfecto

  • yo habría enzarzado
  • habrías enzarzado
  • él/ella habría enzarzado
  • nosotros habríamos enzarzado
  • vosotros habríais enzarzado
  • ellos/ellas habrían enzarzado

Imperatief

  • jij engageer
  • jullie engageert

Imperativo presente

  • enzarza
  • vosotros enzarzad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van engageren