Vervoeging van enlist

Engels

Nederlands

Present

  • I enlist
  • you enlist
  • he/she/it enlists
  • we enlist
  • you enlist
  • they enlist

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik werf aan
  • jij werft aan
  • hij/zij/het werft aan
  • wij werven aan
  • jullie werven aan
  • zij werven aan

Simple past

  • I enlisted
  • you enlisted
  • he/she/it enlisted
  • we enlisted
  • you enlisted
  • they enlisted

Onvoltooid verleden tijd

  • ik wierf aan
  • jij wierf aan
  • hij/zij/het wierf aan
  • wij wierven aan
  • jullie wierven aan
  • zij wierven aan

Present perfect

  • I have enlisted
  • you have enlisted
  • he/she/it has enlisted
  • we have enlisted
  • you have enlisted
  • they have enlisted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb aangeworven
  • jij hebt aangeworven
  • hij/zij/het heeft aangeworven
  • wij hebben aangeworven
  • jullie hebben aangeworven
  • zij hebben aangeworven

Past perfect

  • I had enlisted
  • you had enlisted
  • he/she/it had enlisted
  • we had enlisted
  • you had enlisted
  • they had enlisted

Voltooid verleden tijd

  • ik had aangeworven
  • jij had aangeworven
  • hij/zij/het had aangeworven
  • wij hadden aangeworven
  • jullie hadden aangeworven
  • zij hadden aangeworven

Future

  • I will enlist
  • you will enlist
  • he/she/it will enlist
  • we will enlist
  • you will enlist
  • they will enlist

Toekomende tijd I

  • ik zal aanwerven
  • jij zult aanwerven
  • hij/zij/het zal aanwerven
  • wij zullen aanwerven
  • jullie zullen aanwerven
  • zij zullen aanwerven

Future perfect

  • I will have enlisted
  • you will have enlisted
  • he/she/it will have enlisted
  • we will have enlisted
  • you will have enlisted
  • they will have enlisted

Toekomende tijd II

  • ik zal aangeworven hebben
  • jij zult aangeworven hebben
  • hij/zij/het zal aangeworven hebben
  • wij zullen aangeworven hebben
  • jullie zullen aangeworven hebben
  • zij zullen aangeworven hebben

Conditional present

  • I would enlist
  • you would enlist
  • he/she/it would enlist
  • we would enlist
  • you would enlist
  • they would enlist

Conditionalis I

  • ik zou aanwerven
  • jij zou aanwerven
  • hij/zij/het zou aanwerven
  • wij zouden aanwerven
  • jullie zouden aanwerven
  • zij zouden aanwerven

Conditional perfect

  • I would have enlisted
  • you would have enlisted
  • he/she/it would have enlisted
  • we would have enlisted
  • you would have enlisted
  • they would have enlisted

Conditionalis II

  • ik zou hebben aangeworven
  • jij zou hebben aangeworven
  • hij/zij/het zou hebben aangeworven
  • wij zouden hebben aangeworven
  • jullie zouden hebben aangeworven
  • zij zouden hebben aangeworven

Imperative

  • you enlist
  • you enlist

Imperatief

  • jij werf aan
  • jullie werft aan

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van enlist