Vervoeging van fill
Onbepaalde wijs (infinitief): to fill
35 alternatieve vertalingen
- bekleden
- beslaan
- bezetten
- bomberen
- dempen
- dichtdraaien
- dichten
- dichtgooien
- dichtmaken
- dichtstoppen
- inlossen
- innemen
- invullen
- nakomen
- opstoppen
- opvullen
- plempen
- plomberen
- spekken
- stoppen
- toegooien
- toestoppen
- verstoppen
- vervullen
- verzadigen
- vetmesten
- volgieten
- volgooien
- vollopen
- volmaken
- volpompen
- volschenken
- volschieten
- volstoppen
- vullen
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it fills
- they fill
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het stroomt vol
- zij stromen vol
Simple past
- he/she/it filled
- they filled
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het stroomde vol
- zij stroomden vol
Present perfect
- he/she/it has filled
- they have filled
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is volgestroomd
- zij zijn volgestroomd
Past perfect
- he/she/it had filled
- they had filled
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was volgestroomd
- zij waren volgestroomd
Future
- he/she/it will fill
- they will fill
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal volstromen
- zij zult volstromen
Future perfect
- he/she/it will have filled
- they will have filled
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal volgestroomd zijn
- zij zult volgestroomd zijn
Conditional present
- he/she/it would fill
- they would fill
Conditionalis I
- hij/zij/het zal volstromen
- zij zullen volstromen
Conditional perfect
- he/she/it would have filled
- they would have filled
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn volgestroomd
- zij zullen zijn volgestroomd