Vervoeging van gelden

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik geld
  • jij geldt
  • hij/zij/het geldt
  • wij gelden
  • jullie gelden
  • zij gelden

Presente

  • io concerno
  • tu concerni
  • lui/lei/Lei concerne
  • noi concerniamo
  • voi/Voi concernete
  • loro/Loro concernono

Onvoltooid verleden tijd

  • ik gold
  • jij gold
  • hij/zij/het gold
  • wij golden
  • jullie golden
  • zij golden

Imperfetto

  • io concernevo
  • tu concernevi
  • lui/lei/Lei concerneva
  • noi concernevamo
  • voi/Voi concernevate
  • loro/Loro concernevano

Toekomende tijd I

  • ik zal gelden
  • jij zult gelden
  • hij/zij/het zal gelden
  • wij zullen gelden
  • jullie zullen gelden
  • zij zullen gelden

Futuro semplice

  • io concernerò
  • tu concernerai
  • lui/lei/Lei concernerà
  • noi concerneremo
  • voi/Voi concernerete
  • loro/Loro concerneranno

Conditionalis I

  • ik zou gelden
  • jij zou gelden
  • hij/zij/het zou gelden
  • wij zouden gelden
  • jullie zouden gelden
  • zij zouden gelden

Condizionale presente

  • io concernerei
  • tu concerneresti
  • lui/lei/Lei concernerebbe
  • noi concerneremmo
  • voi/Voi concernereste
  • loro/Loro concernerebbero

Imperatief

  • jij geld
  • jullie geldt

Imperativo

  • tu concerni
  • voi/Voi concernete

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van gelden