Vervoeging van gewaarworden

Onbepaalde wijs (infinitief): gewaarworden

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik word gewaar
  • jij wordt gewaar
  • hij/zij/het wordt gewaar
  • wij worden gewaar
  • jullie worden gewaar
  • zij worden gewaar

Present

  • I note
  • you note
  • he/she/it notes
  • we note
  • you note
  • they note

Onvoltooid verleden tijd

  • ik werd gewaar
  • jij werd gewaar
  • hij/zij/het werd gewaar
  • wij werden gewaar
  • jullie werden gewaar
  • zij werden gewaar

Simple past

  • I noted
  • you noted
  • he/she/it noted
  • we noted
  • you noted
  • they noted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben gewaargeworden
  • jij bent gewaargeworden
  • hij/zij/het is gewaargeworden
  • wij zijn gewaargeworden
  • jullie zijn gewaargeworden
  • zij zijn gewaargeworden

Present perfect

  • I have noted
  • you have noted
  • he/she/it has noted
  • we have noted
  • you have noted
  • they have noted

Voltooid verleden tijd

  • ik was gewaargeworden
  • jij was gewaargeworden
  • hij/zij/het was gewaargeworden
  • wij waren gewaargeworden
  • jullie waren gewaargeworden
  • zij waren gewaargeworden

Past perfect

  • I had noted
  • you had noted
  • he/she/it had noted
  • we had noted
  • you had noted
  • they had noted

Toekomende tijd I

  • ik zal gewaarworden
  • jij zult gewaarworden
  • hij/zij/het zal gewaarworden
  • wij zullen gewaarworden
  • jullie zullen gewaarworden
  • zij zullen gewaarworden

Future

  • I will note
  • you will note
  • he/she/it will note
  • we will note
  • you will note
  • they will note

Toekomende tijd II

  • ik zal gewaargeworden zijn
  • jij zult gewaargeworden zijn
  • hij/zij/het zal gewaargeworden zijn
  • wij zullen gewaargeworden zijn
  • jullie zullen gewaargeworden zijn
  • zij zullen gewaargeworden zijn

Future perfect

  • I will have noted
  • you will have noted
  • he/she/it will have noted
  • we will have noted
  • you will have noted
  • they will have noted

Conditionalis I

  • ik zou gewaarworden
  • jij zou gewaarworden
  • hij/zij/het zou gewaarworden
  • wij zouden gewaarworden
  • jullie zouden gewaarworden
  • zij zouden gewaarworden

Conditional present

  • I would note
  • you would note
  • he/she/it would note
  • we would note
  • you would note
  • they would note

Conditionalis II

  • ik zou zijn gewaargeworden
  • jij zou zijn gewaargeworden
  • hij/zij/het zou zijn gewaargeworden
  • wij zouden zijn gewaargeworden
  • jullie zouden zijn gewaargeworden
  • zij zouden zijn gewaargeworden

Conditional perfect

  • I would have noted
  • you would have noted
  • he/she/it would have noted
  • we would have noted
  • you would have noted
  • they would have noted

Imperatief

  • jij word gewaar
  • jullie wordt gewaar

Imperative

  • you note
  • you note

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van gewaarworden