Vervoeging van glooien

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het glooit
  • zij glooien

Present

  • he/she/it inclines
  • they incline

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het glooide
  • zij glooiden

Simple past

  • he/she/it inclined
  • they inclined

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft geglooid
  • zij hebben geglooid

Present perfect

  • he/she/it has inclined
  • they have inclined

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had geglooid
  • zij hadden geglooid

Past perfect

  • he/she/it had inclined
  • they had inclined

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal glooien
  • zij zult glooien

Future

  • he/she/it will incline
  • they will incline

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal geglooid hebben
  • zij zult geglooid hebben

Future perfect

  • he/she/it will have inclined
  • they will have inclined

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal glooien
  • zij zullen glooien

Conditional present

  • he/she/it would incline
  • they would incline

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben geglooid
  • zij zullen hebben geglooid

Conditional perfect

  • he/she/it would have inclined
  • they would have inclined