Vervoeging van groom

Engels

Nederlands

Present

  • he/she/it grooms
  • they groom

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het slibt
  • zij slibben

Simple past

  • he/she/it groomed
  • they groomed

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het slibde
  • zij slibden

Present perfect

  • he/she/it has groomed
  • they have groomed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft geslibd
  • zij hebben geslibd

Past perfect

  • he/she/it had groomed
  • they had groomed

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had geslibd
  • zij hadden geslibd

Future

  • he/she/it will groom
  • they will groom

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal slibben
  • zij zult slibben

Future perfect

  • he/she/it will have groomed
  • they will have groomed

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal geslibd hebben
  • zij zult geslibd hebben

Conditional present

  • he/she/it would groom
  • they would groom

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal slibben
  • zij zullen slibben

Conditional perfect

  • he/she/it would have groomed
  • they would have groomed

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben geslibd
  • zij zullen hebben geslibd

Verwijzingen

Bekijk 5 definitie(s) van groom