Vervoeging van hijgen

Vertaling: ansare

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik hijg
  • jij hijgt
  • hij/zij/het hijgt
  • wij hijgen
  • jullie hijgen
  • zij hijgen

Presente

  • io anso
  • tu ansi
  • lui/lei/Lei ansa
  • noi ansiamo
  • voi/Voi ansate
  • loro/Loro ansano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik hijgde
  • jij hijgde
  • hij/zij/het hijgde
  • wij hijgden
  • jullie hijgden
  • zij hijgden

Imperfetto

  • io ansavo
  • tu ansavi
  • lui/lei/Lei ansava
  • noi ansavamo
  • voi/Voi ansavate
  • loro/Loro ansavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gehijgd
  • jij hebt gehijgd
  • hij/zij/het heeft gehijgd
  • wij hebben gehijgd
  • jullie hebben gehijgd
  • zij hebben gehijgd

Passato prossimo

  • io ho ansato
  • tu hai ansato
  • lui/lei/Lei ha ansato
  • noi abbiamo ansato
  • voi/Voi avete ansato
  • loro/Loro hanno ansato

Voltooid verleden tijd

  • ik had gehijgd
  • jij had gehijgd
  • hij/zij/het had gehijgd
  • wij hadden gehijgd
  • jullie hadden gehijgd
  • zij hadden gehijgd

Trapassato prossimo

  • io avevo ansato
  • tu avevi ansato
  • lui/lei/Lei aveva ansato
  • noi avevamo ansato
  • voi/Voi avevate ansato
  • loro/Loro avevano ansato

Toekomende tijd I

  • ik zal hijgen
  • jij zult hijgen
  • hij/zij/het zal hijgen
  • wij zullen hijgen
  • jullie zullen hijgen
  • zij zullen hijgen

Futuro semplice

  • io anserò
  • tu anserai
  • lui/lei/Lei anserà
  • noi anseremo
  • voi/Voi anserete
  • loro/Loro anseranno

Toekomende tijd II

  • ik zal gehijgd hebben
  • jij zult gehijgd hebben
  • hij/zij/het zal gehijgd hebben
  • wij zullen gehijgd hebben
  • jullie zullen gehijgd hebben
  • zij zullen gehijgd hebben

Futuro anteriore

  • io avrò ansato
  • tu avrai ansato
  • lui/lei/Lei avrà ansato
  • noi avremo ansato
  • voi/Voi avrete ansato
  • loro/Loro avranno ansato

Conditionalis I

  • ik zou hijgen
  • jij zou hijgen
  • hij/zij/het zou hijgen
  • wij zouden hijgen
  • jullie zouden hijgen
  • zij zouden hijgen

Condizionale presente

  • io anserei
  • tu anseresti
  • lui/lei/Lei anserebbe
  • noi anseremmo
  • voi/Voi ansereste
  • loro/Loro anserebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben gehijgd
  • jij zou hebben gehijgd
  • hij/zij/het zou hebben gehijgd
  • wij zouden hebben gehijgd
  • jullie zouden hebben gehijgd
  • zij zouden hebben gehijgd

Condizionale passato

  • io avrei ansato
  • tu avresti ansato
  • lui/lei/Lei avrebbe ansato
  • noi avremmo ansato
  • voi/Voi avreste ansato
  • loro/Loro avrebbero ansato

Imperatief

  • jij hijg
  • jullie hijgt

Imperativo

  • tu ansa
  • voi/Voi ansate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van hijgen