Vervoeging van horrify

Engels

Nederlands

Present

  • I horrify
  • you horrify
  • he/she/it horrifies
  • we horrify
  • you horrify
  • they horrify

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik alarmeer
  • jij alarmeert
  • hij/zij/het alarmeert
  • wij alarmeren
  • jullie alarmeren
  • zij alarmeren

Simple past

  • I horrified
  • you horrified
  • he/she/it horrified
  • we horrified
  • you horrified
  • they horrified

Onvoltooid verleden tijd

  • ik alarmeerde
  • jij alarmeerde
  • hij/zij/het alarmeerde
  • wij alarmeerden
  • jullie alarmeerden
  • zij alarmeerden

Present perfect

  • I have horrified
  • you have horrified
  • he/she/it has horrified
  • we have horrified
  • you have horrified
  • they have horrified

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gealarmeerd
  • jij hebt gealarmeerd
  • hij/zij/het heeft gealarmeerd
  • wij hebben gealarmeerd
  • jullie hebben gealarmeerd
  • zij hebben gealarmeerd

Past perfect

  • I had horrified
  • you had horrified
  • he/she/it had horrified
  • we had horrified
  • you had horrified
  • they had horrified

Voltooid verleden tijd

  • ik had gealarmeerd
  • jij had gealarmeerd
  • hij/zij/het had gealarmeerd
  • wij hadden gealarmeerd
  • jullie hadden gealarmeerd
  • zij hadden gealarmeerd

Future

  • I will horrify
  • you will horrify
  • he/she/it will horrify
  • we will horrify
  • you will horrify
  • they will horrify

Toekomende tijd I

  • ik zal alarmeren
  • jij zult alarmeren
  • hij/zij/het zal alarmeren
  • wij zullen alarmeren
  • jullie zullen alarmeren
  • zij zullen alarmeren

Future perfect

  • I will have horrified
  • you will have horrified
  • he/she/it will have horrified
  • we will have horrified
  • you will have horrified
  • they will have horrified

Toekomende tijd II

  • ik zal gealarmeerd hebben
  • jij zult gealarmeerd hebben
  • hij/zij/het zal gealarmeerd hebben
  • wij zullen gealarmeerd hebben
  • jullie zullen gealarmeerd hebben
  • zij zullen gealarmeerd hebben

Conditional present

  • I would horrify
  • you would horrify
  • he/she/it would horrify
  • we would horrify
  • you would horrify
  • they would horrify

Conditionalis I

  • ik zou alarmeren
  • jij zou alarmeren
  • hij/zij/het zou alarmeren
  • wij zouden alarmeren
  • jullie zouden alarmeren
  • zij zouden alarmeren

Conditional perfect

  • I would have horrified
  • you would have horrified
  • he/she/it would have horrified
  • we would have horrified
  • you would have horrified
  • they would have horrified

Conditionalis II

  • ik zou hebben gealarmeerd
  • jij zou hebben gealarmeerd
  • hij/zij/het zou hebben gealarmeerd
  • wij zouden hebben gealarmeerd
  • jullie zouden hebben gealarmeerd
  • zij zouden hebben gealarmeerd

Imperative

  • you horrify
  • you horrify

Imperatief

  • jij alarmeer
  • jullie alarmeert

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van horrify