Vervoeging van infiltreren

Onbepaalde wijs (infinitief): infiltreren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik infiltreer
  • jij infiltreert
  • hij/zij/het infiltreert
  • wij infiltreren
  • jullie infiltreren
  • zij infiltreren

Present

  • I leak
  • you leak
  • he/she/it leaks
  • we leak
  • you leak
  • they leak

Onvoltooid verleden tijd

  • ik infiltreerde
  • jij infiltreerde
  • hij/zij/het infiltreerde
  • wij infiltreerden
  • jullie infiltreerden
  • zij infiltreerden

Simple past

  • I leaked
  • you leaked
  • he/she/it leaked
  • we leaked
  • you leaked
  • they leaked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben geïnfiltreerd
  • jij bent geïnfiltreerd
  • hij/zij/het is geïnfiltreerd
  • wij zijn geïnfiltreerd
  • jullie zijn geïnfiltreerd
  • zij zijn geïnfiltreerd

Present perfect

  • I have leaked
  • you have leaked
  • he/she/it has leaked
  • we have leaked
  • you have leaked
  • they have leaked

Voltooid verleden tijd

  • ik was geïnfiltreerd
  • jij was geïnfiltreerd
  • hij/zij/het was geïnfiltreerd
  • wij waren geïnfiltreerd
  • jullie waren geïnfiltreerd
  • zij waren geïnfiltreerd

Past perfect

  • I had leaked
  • you had leaked
  • he/she/it had leaked
  • we had leaked
  • you had leaked
  • they had leaked

Toekomende tijd I

  • ik zal infiltreren
  • jij zult infiltreren
  • hij/zij/het zal infiltreren
  • wij zullen infiltreren
  • jullie zullen infiltreren
  • zij zullen infiltreren

Future

  • I will leak
  • you will leak
  • he/she/it will leak
  • we will leak
  • you will leak
  • they will leak

Toekomende tijd II

  • ik zal geïnfiltreerd zijn
  • jij zult geïnfiltreerd zijn
  • hij/zij/het zal geïnfiltreerd zijn
  • wij zullen geïnfiltreerd zijn
  • jullie zullen geïnfiltreerd zijn
  • zij zullen geïnfiltreerd zijn

Future perfect

  • I will have leaked
  • you will have leaked
  • he/she/it will have leaked
  • we will have leaked
  • you will have leaked
  • they will have leaked

Conditionalis I

  • ik zou infiltreren
  • jij zou infiltreren
  • hij/zij/het zou infiltreren
  • wij zouden infiltreren
  • jullie zouden infiltreren
  • zij zouden infiltreren

Conditional present

  • I would leak
  • you would leak
  • he/she/it would leak
  • we would leak
  • you would leak
  • they would leak

Conditionalis II

  • ik zou zijn geïnfiltreerd
  • jij zou zijn geïnfiltreerd
  • hij/zij/het zou zijn geïnfiltreerd
  • wij zouden zijn geïnfiltreerd
  • jullie zouden zijn geïnfiltreerd
  • zij zouden zijn geïnfiltreerd

Conditional perfect

  • I would have leaked
  • you would have leaked
  • he/she/it would have leaked
  • we would have leaked
  • you would have leaked
  • they would have leaked

Imperatief

  • jij infiltreer
  • jullie infiltreert

Imperative

  • you leak
  • you leak

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van infiltreren