Vervoeging van introduce
Onbepaalde wijs (infinitief): to introduce
34 alternatieve vertalingen
- aanbieden
- binnenbrengen
- binnenleiden
- charteren
- doorsteken
- doorvoeren
- implementeren
- inbrengen
- indienen
- indoen
- inleggen
- inleiden
- innoveren
- inplakken
- inschakelen
- inspannen
- insteken
- instellen
- instoppen
- interpoleren
- introduceren
- invoegen
- invoeren
- inweven
- inzetten
- overgaan
- overschakelen
- presenteren
- spelen
- vatten
- vertonen
- voorgeleiden
- voorleiden
- voorstellen
Engels
Nederlands
Present
- I introduce
- you introduce
- he/she/it introduces
- we introduce
- you introduce
- they introduce
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik las in
- jij last in
- hij/zij/het last in
- wij lassen in
- jullie lassen in
- zij lassen in
Simple past
- I introduced
- you introduced
- he/she/it introduced
- we introduced
- you introduced
- they introduced
Onvoltooid verleden tijd
- ik laste in
- jij laste in
- hij/zij/het laste in
- wij lasten in
- jullie lasten in
- zij lasten in
Present perfect
- I have introduced
- you have introduced
- he/she/it has introduced
- we have introduced
- you have introduced
- they have introduced
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingelast
- jij hebt ingelast
- hij/zij/het heeft ingelast
- wij hebben ingelast
- jullie hebben ingelast
- zij hebben ingelast
Past perfect
- I had introduced
- you had introduced
- he/she/it had introduced
- we had introduced
- you had introduced
- they had introduced
Voltooid verleden tijd
- ik had ingelast
- jij had ingelast
- hij/zij/het had ingelast
- wij hadden ingelast
- jullie hadden ingelast
- zij hadden ingelast
Future
- I will introduce
- you will introduce
- he/she/it will introduce
- we will introduce
- you will introduce
- they will introduce
Toekomende tijd I
- ik zal inlassen
- jij zult inlassen
- hij/zij/het zal inlassen
- wij zullen inlassen
- jullie zullen inlassen
- zij zullen inlassen
Future perfect
- I will have introduced
- you will have introduced
- he/she/it will have introduced
- we will have introduced
- you will have introduced
- they will have introduced
Toekomende tijd II
- ik zal ingelast hebben
- jij zult ingelast hebben
- hij/zij/het zal ingelast hebben
- wij zullen ingelast hebben
- jullie zullen ingelast hebben
- zij zullen ingelast hebben
Conditional present
- I would introduce
- you would introduce
- he/she/it would introduce
- we would introduce
- you would introduce
- they would introduce
Conditionalis I
- ik zou inlassen
- jij zou inlassen
- hij/zij/het zou inlassen
- wij zouden inlassen
- jullie zouden inlassen
- zij zouden inlassen
Conditional perfect
- I would have introduced
- you would have introduced
- he/she/it would have introduced
- we would have introduced
- you would have introduced
- they would have introduced
Conditionalis II
- ik zou hebben ingelast
- jij zou hebben ingelast
- hij/zij/het zou hebben ingelast
- wij zouden hebben ingelast
- jullie zouden hebben ingelast
- zij zouden hebben ingelast
Imperative
- you introduce
- you introduce
Imperatief
- jij las in
- jullie last in