Vervoeging van knarpen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik knarp
    • jij knarpt
    • hij/zij/het knarpt
    • wij knarpen
    • jullie knarpen
    • zij knarpen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik knarpte
    • jij knarpte
    • hij/zij/het knarpte
    • wij knarpten
    • jullie knarpten
    • zij knarpten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geknarpt
    • jij hebt geknarpt
    • hij/zij/het heeft geknarpt
    • wij hebben geknarpt
    • jullie hebben geknarpt
    • zij hebben geknarpt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geknarpt
    • jij had geknarpt
    • hij/zij/het had geknarpt
    • wij hadden geknarpt
    • jullie hadden geknarpt
    • zij hadden geknarpt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal knarpen
    • jij zult knarpen
    • hij/zij/het zal knarpen
    • wij zullen knarpen
    • jullie zullen knarpen
    • zij zullen knarpen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geknarpt hebben
    • jij zult geknarpt hebben
    • hij/zij/het zal geknarpt hebben
    • wij zullen geknarpt hebben
    • jullie zullen geknarpt hebben
    • zij zullen geknarpt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou knarpen
    • jij zou knarpen
    • hij/zij/het zou knarpen
    • wij zouden knarpen
    • jullie zouden knarpen
    • zij zouden knarpen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geknarpt
    • jij zou hebben geknarpt
    • hij/zij/het zou hebben geknarpt
    • wij zouden hebben geknarpt
    • jullie zouden hebben geknarpt
    • zij zouden hebben geknarpt
  • Imperatief

    • jij knarp
    • jullie knarpt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van knarpen