Vervoeging van lift
Onbepaalde wijs (infinitief): to lift
53 alternatieve vertalingen
- achteruitzetten
- afbestellen
- afbreken
- afgelasten
- afkijken
- annuleren
- beuren
- breken
- delgen
- heffen
- herroepen
- klimmen
- lichten
- omhooggaan
- omhooghalen
- omhoogkomen
- omhoogtillen
- ontbinden
- opbeuren
- opgaan
- opgraven
- ophalen
- opheffen
- ophogen
- opkomen
- oplaten
- oplichten
- opnemen
- oprichten
- optillen
- optrekken
- opzetten
- plagiëren
- revoceren
- rooien
- smokkelen
- spieken
- staken
- stelpen
- stijgen
- stoppen
- stopzetten
- tenietdoen
- terugdraaien
- terugnemen
- terugroepen
- terugschroeven
- terugtrekken
- tillen
- transcenderen
- verheffen
- verhogen
- verrijzen
Engels
Nederlands
Present
- I lift
- you lift
- he/she/it lifts
- we lift
- you lift
- they lift
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik breek op
- jij breekt op
- hij/zij/het breekt op
- wij breken op
- jullie breken op
- zij breken op
Simple past
- I lifted
- you lifted
- he/she/it lifted
- we lifted
- you lifted
- they lifted
Onvoltooid verleden tijd
- ik brak op
- jij brak op
- hij/zij/het brak op
- wij braken op
- jullie braken op
- zij braken op
Present perfect
- I have lifted
- you have lifted
- he/she/it has lifted
- we have lifted
- you have lifted
- they have lifted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgebroken
- jij hebt opgebroken
- hij/zij/het heeft opgebroken
- wij hebben opgebroken
- jullie hebben opgebroken
- zij hebben opgebroken
Past perfect
- I had lifted
- you had lifted
- he/she/it had lifted
- we had lifted
- you had lifted
- they had lifted
Voltooid verleden tijd
- ik had opgebroken
- jij had opgebroken
- hij/zij/het had opgebroken
- wij hadden opgebroken
- jullie hadden opgebroken
- zij hadden opgebroken
Future
- I will lift
- you will lift
- he/she/it will lift
- we will lift
- you will lift
- they will lift
Toekomende tijd I
- ik zal opbreken
- jij zult opbreken
- hij/zij/het zal opbreken
- wij zullen opbreken
- jullie zullen opbreken
- zij zullen opbreken
Future perfect
- I will have lifted
- you will have lifted
- he/she/it will have lifted
- we will have lifted
- you will have lifted
- they will have lifted
Toekomende tijd II
- ik zal opgebroken hebben
- jij zult opgebroken hebben
- hij/zij/het zal opgebroken hebben
- wij zullen opgebroken hebben
- jullie zullen opgebroken hebben
- zij zullen opgebroken hebben
Conditional present
- I would lift
- you would lift
- he/she/it would lift
- we would lift
- you would lift
- they would lift
Conditionalis I
- ik zou opbreken
- jij zou opbreken
- hij/zij/het zou opbreken
- wij zouden opbreken
- jullie zouden opbreken
- zij zouden opbreken
Conditional perfect
- I would have lifted
- you would have lifted
- he/she/it would have lifted
- we would have lifted
- you would have lifted
- they would have lifted
Conditionalis II
- ik zou hebben opgebroken
- jij zou hebben opgebroken
- hij/zij/het zou hebben opgebroken
- wij zouden hebben opgebroken
- jullie zouden hebben opgebroken
- zij zouden hebben opgebroken
Imperative
- you lift
- you lift
Imperatief
- jij breek op
- jullie breekt op